DRAG EN TRAVESTIE

ACHTER DE MUUR VAN PLAMUUR

De deur valt dicht en de geluiden van de playbackshow verstommen. Stilte. Het schemert en de lantaarnpaal naast café Queers knippert. Een walm sigarettenrook reflecteert in het felle licht als een deinende sluier van gaas. Naast de deur staat een man in een zwarte jurk – een vrouw op dit moment.
Tekst & fotografie / Karlijn Linssen
Daniëlle Blue rookt een sigaret voor café Queers in Amsterdam

Haar stoppels worden bedekt door een aantal lagen foundation. Ze neemt een hijs van een sigaret, waardoor ze bijna het synthetische haar van haar pruik raakt. De 55-jarige Daniëlle Blue is hier vanavond met vriendinnen, ieder met een eigen verhaal. Haar mondhoeken krullen omhoog als ze het hare vertelt. Dat was weleens anders. "De spiegel was jarenlang mijn enige vriend. In ieder geval de enige die mij écht kende", zegt ze met een zwaardere stem dan haar uiterlijk doet vermoeden. Toen het hoge woord eruit was, kreeg Daniëlle van haar gezin de ruimte om één avond per week op haar kamer vrouw te zijn en mocht ze af en toe iets leuks kopen: een nieuwe pruik of jurk. Inmiddels mag ze haar kamer verlaten en neemt Daniëlle haar dochter en vrouw zelfs af en toe mee naar feestjes.

"Ik raak opgewonden van een panty"
Daniëlle Blue voor café Queers in Amsterdam
Opwindende panty's 

Haar vrouw? Ja, er zijn veel travestieten die hetero zijn. Travestie heeft namelijk niets te maken met seksuele geaardheid, volgens het boek The Queer Encyclopedia of Music, Dance, & Musical Theater. Dat is áchter de deur van café Queers aan de Amstel wel anders. De kleurrijk geklede dragqueens op dit podium vallen stuk voor stuk op mannen. Op de planken gaat het om een kunstvorm. De mannen voeren een parodie van vrouwelijkheid op, in glitterjurken en op hoge hakken, terwijl ze nippen van martini's. De heren in het publiek springen minder in het oog. Ze staren naar het podium, maken foto's en filmpjes, kettingroken en drinken bier. Bijna iedereen in de kroeg draagt een jurk en een pruik. Toch verschillen de dragqueens en travestieten van elkaar als dag en nacht. De dragqueens dragen uitbundige jurken en make-up met veel glitter en glamour, terwijl veel travestieten alleen een laagje mascara ophebben en gekleed zijn in simpele zwarte jurkjes.
Daniëlle raakt, in tegenstelling tot de drags, opgewonden van panty's. Ze heeft de drang om vrouwenkleding aan te trekken, omdat ze zich niet altijd even lekker voelt in haar lichaam. Dat is meestal in het weekend, want doordeweeks speelt ze gewoon kantoorvader met een stropdas. Die drang heeft vooral veel pijn veroorzaakt. Ze was bang dat ze niet begrepen werd door haar omgeving en liep daarom veertig jaar lang met een diep geheim rond. Bij de 'queens' ligt dat iets anders. Ze zijn extraverter en liegen er niet over. Travestieten zijn de ondergrondse dragqueens, zou je kunnen zeggen. Raadselachtige mannen in zwarte jurken en opwindende panty’s. Daniëlle gooit haar sigaret op straat. "Kom, we gaan terug naar binnen."

Café Queers

Café Queers in Amsterdam

Pieter keek geconcentreerd in de spiegel en veranderde laag voor laag in zijn alter ego Patty Pam Pam.
Patty Pam Pam in de kleedkamer van café Queers in Amsterdam
Glitters en frikadellen

Het is warm in het kleine café. Er hangt een lucht die ruikt naar zweet en zoet vrouwenparfum. De wulpse dragqueens playbacken een nummer van de Spice Girls, dat ze eerder al in de groezelige kleedkamer oefenden.
Ze noemen het backstage, de ruimte vol tl-buizen en kratjes sterkedrank. "This is where the magic happens", grapte een van de barmannen een aantal uur geleden, terwijl hij door het krappe gangetje liep. Onder een van de tl-lampen zat Pieter Roberts (30) op een barkruk. Hij droeg toen nog een tuinbroek en glimmende gouden sneakers. Zijn gezicht was ietwat oranje en zijn paars getekende wenkbrauwen gaven hem een verbaasde blik. Het keukenblad was bezaaid met kwasten en glitters en in de hoek borrelden frikadellen in een frituurpan. Naast hem stonden zijn ouders, met hun rug tegen de metalen keukenkastjes gedrukt. Pieter keek geconcentreerd in het kleine spiegeltje en veranderde laag voor laag in zijn alter ego Patty Pam Pam. 

Voor Patty - laten we haar vanaf nu Patty noemen - is een gezicht net als een wit doek voor een schilder, als een tabula rasa. Met lippenstift en foundation tovert zij het om tot een kunstwerk. Ze wordt er niet opgewonden van om een pruik te dragen, maar ziet het leven als een drag als een fulltimebaan. Iets wat begon als een speciale aangelegenheid, is tegenwoordig zelfs routine geworden. Gisteren moest ze haar make-up in de trein doen wegens tijdsgebrek. Dat zou in het geval van een vrouw met een simpel laagje mascara geen probleem zijn, maar de opzichtige schmink van Patty zorgde voor heel wat verwonderde blikken. Een aantal jaar geleden zou ze dat nooit gedurfd hebben. Toen ze tijdens de Gay Pride voor het eerst als dragqueen de straat op wilde gaan, had ze niet eens het lef om de hotelkamer uit te komen. Daar zat ze, op de gladgestreken lakens van het onbekende bed. In de verte lalden en dansten mensen op bootjes die hen door de Amsterdamse grachten voerden.

Pieter Roberts verandert in zijn alter ego Patty Pam Pam in de kleedkamer van café Queers in Amsterdam

"Ik zie het leven van een dragqueen als een fulltimebaan"  

Oranje olifantshuid

Tegenwoordig kan ze geen genoeg krijgen van starende mensen. Als ze transformeert tot queen, verandert haar persoonlijkheid mee. Pieter en
Patty zijn twee uitersten. Laagje voor laagje brengt ze iedere keer een oranjeachtige olifantshuid aan, totdat de onzekere Pieter onherkenbaar is en zich achter een muur van plamuur bevindt.
Een gemiddelde opmaaksessie duurt - na een training van een aantal jaar - ongeveer een uurtje, vertelde Patty toen ze nog in de kleedkamer stond. Haar ouders bekeken het hele proces aandachtig. Toen Patty nog een laatste blik in de spiegel wierp, stonden zij nog steeds op dezelfde plek. Tegen het kastje aan. Bevroren. Haar moeder deed een onzeker stapje naar voren en liet haar vingers over de verzameling lippenstiften glijden. Ze keek naar Patty. "Ik ben de mijne vergeten, maar je vader dacht al dat jij er waarschijnlijk genoeg zou hebben", zei ze glimlachend. Patty knikte en koos een roze kleur uit voor haar moeder, die ze zorgvuldig aanbracht. Het werd later en de andere queens stroomden de krappe ruimte binnen. Haar vaders borstelige grijze wenkbrauwen stonden op dat moment al net zo hoog als die van Patty. Ze begroetten elkaar met een ‘Hé poes' en drie luchtkusjes. Ze ritsten elkaars jurken dicht, lieten hun nagels nog even bijwerken door een van de barmannen, bevestigden neptieten op hun behaarde borsten en schoren zichtbare bakkebaarden nog snel even weg. Vlak voor de laatste repetitie joegen ze iedereen de kleedkamer uit, in de richting van de inmiddels volle zaal.

Ze ritsten elkaars jurken dicht, lieten hun nagels nog even bijwerken door een van de barmannen, bevestigden neptieten op hun behaarde borsten en schoren zichtbare bakkebaarden nog snel even weg

Dorpse bekrompenheid

Daar staan we nu. De schelle stemmen van de Spice Girls vullen nog steeds de ruimte. De queens maken een einde aan het eerste nummer en haasten zich naar de bar om nieuwe martini's te bestellen. Vader en moeder zitten op een kruk en kijken hun ogen uit. Ze komen vanavond voor de eerste keer kijken. De familie komt uit een klein dorpje, waar de meeste inwoners nog nooit van het woord 'dragqueen' hebben gehoord. Het wordt vaak verward met travestie of transseksualiteit. Het grootste verschil is volgens Patty dat zij geen drang voelt om zich als vrouw te verkleden, maar het puur als een kunstvorm ziet. Ze gaat niet naar de supermarkt in een jurk, maar draagt de outfits puur om te entertainen.
Ze naait haar eigen - en andermans - kleding, knipt zelf haar pruiken en experimenteert met make-up. Als ze niet op het podium staat, werkt ze in haar atelier. Daar maakt ze bruids- en feestkleding, galajurken en hoeden op maat. Het is een creatief proces, dat constant haar gedachten vult. Haar dragqueencarrière begon op een carnavalsfeestje. "Ik houd ervan om me te verkleden. Dat doe ik geregeld tijdens festiviteiten in mijn dorp. Met Pasen speel ik de Paashaas, op Koningsdag ben ik Beatrix. Dat vrouwelijke stond me wel aan, ik wilde het met carnaval een keertje uitproberen. Gewoon, voor de grap. Ik zocht naar tutorials op YouTube. Toevallig kwam ik bij een filmpje van een dragqueen terecht. In eerste instantie moest ik daar niets van hebben. Ik vond dat soort mensen maar angstaanjagend en overdreven. Báh. Toch zat ik het filmpje uit, want op de een of andere manier intrigeerde het me. De man op mijn beeldscherm onderging een gedaanteverwisseling. Het idee dat mensen me niet zouden herkennen met deze make-up vond ik fascinerend. En dat gebeurde niet. Ik besloot in drag naar het feestje te gaan. Ik was nog een beetje voorzichtig. Mijn make-up was een stuk minder uitbundig. Ik maakte me zelf op als een echte vrouw dat zou doen. Als ik er nu op terugkijk, vind ik het eigenlijk helemaal niet mooi. Maar blijkbaar was het wel goed genoeg, want zelfs een goede vriendin liep me straal voorbij."

Klik hier om verder te lezen